Deze opdracht bestaat uit vier verschillende onderdelen. Voor het maken van de eerste opdracht moet je eerst een filmpje kijken over Ferdinand Bordewijk. Deze is te vinden onder het kopje 'informatie' en dan bron 1. In opdracht 2 kom je vragen tegen over citaten uit het boek Blokken (1931). Opdracht 3 zijn waar/ niet waar vragen over het leven en de werken van Bordewijk. Bij opdracht 4 moet je steeds 2 woorden aan elkaar koppelen die met elkaar te maken hebben.
De bronnen die je kun helpen met het beantwoorden van de vragen, kun je vinden onder het kopje 'informatie'.
Maak alle vragen en noteer de antwoorden op een papiertje of in een Word-document. Succes!
Opdracht 1: Vragen bij het filmpje
1. Naast schrijver had Bordewijk ook nog een ander beroep. Welk beroep was dat?
2. Wat zijn Bordewijks bekendste werken?
3. Omschrijf Bordewijks schrijfstijl, vergeet daarbij niet de verandering die plaatsvond te noemen.
3. "Hij keek door een bril van bloed". Dit citaat komt uit een van zijn werken en wordt ook genoemd in het filmpje. Wat denk je wat Bordewijk de persoon (de directeur) hiermee wou laten uitstralen?
4. De verteller in het filmpje vat Bordewijk heel kort samen (0:50). Daarbij zegt hij: "een plaats in het Pantheon" zoek uit wat dit betekent.
Opdracht 2: Vragen aan de hand van citaten
1. Ferdinand: "Het individu had slechts één belang voor de Staat, zijn staatgevaarlijkheid. Dan zag de staat in hem een mens".
Aan de hand van welk thema van welk thema/onderwerp uit Blokken kan dit citaat gelinkt worden?
2. In het verhaal wordt er verteld over 'raketten' en 'kunstmatige luchtspiegelingen'.
Op welke tijd waarin het verhaal zich afspeelt duidt dit?
3. "in andere wijken maakte men gevangenen. Enkelen, bekent als aanstichters, werden behoedzaam gegrepen gelijk kostbare pelsdieren. Men schond hun pels niet".
Blokken is qua stijl een apart boek: de zinnen zijn kort en staan voor zichzelf, zoals te zien in bovenstaand voorbeeld.
Wat is het effect hiervan?
4. Hoe kun je de titel van het boek Blokken verklaren?
5. "Hij was klein, verschrompeld, bijziende, en er lag slechts een kracht in zijn lange, sneeuwwitte beharing van hoofd en gelaat".
Zinnen met dit soort stijl komen nauwelijks voor in Blokken. Wat voor soort woorden zijn hier gebruikt om te beschrijven?
Opdracht 3: Waar/ niet waar vragen
1. Het thema van Bordewijk's werken is 'de ondergang'. Motieven hierbij zijn tucht en angst.
2. Bordewijk is een vertegenwoordiger van de stroming 'Dadaïsme'.
3. Bordewijk gebruikte het pseudoniem Ton Ven met het dichtbundel Bladeren (1916)
4. Men heeft Bordewijk als magisch-realistisch getypeerd omdat hij het onverklaarbare situeert in een zakelijk decor.
5. Voor de novellebundel Studiën in volksstructuur en de roman De doopvont ontvangt Bordewijk de P.C. Hooftprijs.
6. Karakter is in zeven verschillende talen vertaald, waaronder in het Slowaaks en Italiaans.
7. In totaal heeft Bordewijk 12 romans, 150 verhalen en ruim 250 literaire kritieken geschreven, terwijl Bordewijk zichzelf als een amateur-schrijver wou zien.
8. In 1978 werd door de Jan Campertstichting, waarvan hij vijf jaar lang de voorzitter was, de F. Bordewijkprijs voor proza ingesteld.
9. Bint was de eerste roman geschreven door Bordewijk in 1934.
10. Typerend voor Bordewijk was dat de korte zinnen vaak in contrast staan met vreemde metaforen en beeldspraak.
Opdracht 4: Koppel deze woorden en maak tien correcte paren
1. Karakter
2. P.C. Hooftprijs
3. Eiken van Dodona
4. Nieuwe zakelijkheid
5. Mike van Diem
6. Mr. Stroomkoning
7. Angst
8. Magisch realist
9. Tweede Wereldoorlog
10. Studiën in volksstructuur
11. Rotterdamse Boompjes
12. Het onverklaarbare op een zakelijk decor
13. Ton Ven
14. Interbellum
15. Kultuurkamer
16. Paddestoelen
17. 1933
18. Knorrende Beesten
19. Pregnante namen
20. Bint
Maak jouw eigen website met JouwWeb